Knisper, knisper.
NOS-verslaggever Joris van de Kerkhof bezoekt begraafplaats Rustoord in Nijmegen met Brenda Mathijssen en Claudia Venhorst die een boek over de Nederlandse uitvaartcultuur schreven.
Wat zo hoort een reportage over een begraafplaats immers te beginnen?
Grint, Gregoriaans, vogeltjes? Klopt.
Dan: een bordje met ‘beschikbaar’. Voor een boom. Daar kan dus iemand begraven worden. In de natuur.
Maar het kan ook met een zerk.
En dankzij de ‘beschikbaar’-bordjes kun je nu al iets moois uitzoeken.
Ha! Een zingend vogeltje! (dat het er om dóet – het wil in déze reportage op de radio)
Tierelantijnen
Nu de sfeer is bepaald komen er wat feiten: waaraan herken je een protestantse begraafplaats (Bijbelteksten en strak) en een katholieke (tierelantijnen).
Nog wat informatie: eerst werd er in kerken begraven, later buiten de stad en nu weer vaak erin.
Interessant: Joris van de Kerkhof aarzelt of hij wel sneeuw van een graf mag afvegen om de steen te lezen. Gaat dat niet te ver?
Cultureel verschil: in Jeruzalem rennen mensen over de graven, zo worden de doden geëerd. Zouden wij niet in ons hoofd halen.
Waarom het boek? Om te laten zien hoe bijzonder de Nederlandse omgang met de dood is. Vb: na een crematie krijg je de as pas na een maand mee.
Dat is ingevoerd na ‘Goeie Mie’, een gifmengster uit de 19e eeuw, en is zo gebleven.
Sereen
Kan dát eigenlijk wel, over een begraafplaats lopen met een microfoon? De verslaggever: “Op de een of andere manier past het niet.”
De onderzoekster herkent het. Zij ervaart iets dergelijks wanneer ze er rondloopt om te fotograferen.
Omdat het een plek is van bezinning.
Een serene plek.
Op die serene plek staat een grafkaarsenautomaat.
Kaarsen ‘aangepast aan Hollands weer’ met een soort kapje erop. Voor 2 Euro.
En, valt op, de paden die gewoonlijk nummers hebben, hebben hier passende namen. Het Pad van de Vergeetmenietjes. Het Pad van de Engelen. En elk grafvak heeft een natuurnaam, van een boom of een vogeltje.
Zodat je niet hoeft te zeggen: mijn dierbare ligt in vak 5K.
Confrontatie
Verrassende vraag (voor mij): Maken jullie met elkaar harde grappen over de dood? (omdat ze er dag in dag uit mee bezig zijn).
Nou en of! Om snel weer over te gaan op hoeveel verdriet de dood kan brengen en dat hij altijd komt als een verrassing ook voor heel oude mensen. Wijze woorden: “De dood is altijd een confrontatie waar wij mensen iets mee móeten.”
Hoe oud zijn de onderzoeksters zelf? 44 en 27.
En nee, niet echt nagedacht over de eigen dood.
“… een soort van aanvaarding heb je dan..”
JvdK: “U keek omhoog! Ja, hè, u keek omhoog!”
De reportage eindigt zittend op een bankje priegelend met de kaars die even het leven symboliseert waarvan we hopen dat hij nog lang zal blijven branden.
Mooie Radio die ons via een inleidend sfeerpraatje (‘knisper’) leidt naar feiten, naar achtergronden, naar cultuurverschillen, naar ándere sfeer (sereen), naar deze begraafplaats met z’n benoemde paden tot de confrontatie met de eigen dood.
Brenda Mathijssen en Claudia Venhorst Dood: Wegwijs in de Nederlandse Uitvaartcultuur
Het fragment beluisteren:
Laatste reacties