Desert Lawn Memorial Park

Op 3 juni 2010, vlak voor ik terugga naar Nederland, bezoek ik deze begraafplaats.
Eigenlijk per ongeluk. Ik wou de óude begraafplaats die ernaast ligt bezoeken, maar die heeft geen eigen ingang. De enige manier om er te komen is via Johnson Mortuary/Desert Lawn Memorial Park – en dan door een heg.

Ik parkeer op hun parkeerplaats, grijp mijn camera en loop richting de oude begraafplaats wanneer een zwarte man in een soort golfkar me aanspreekt. Hij is in een uniform, hij hoort bij de begraafplaats. En als altijd bang dat iemand zal zeggen: wat?! hier mag je niet fotograferen! begin ik een slap praatje.
Ik zeg dat ik het een mooie begraafplaats vind (de nieuwe). En dat hij opvallend goed is onderhouden.
Dat laatste is waar, maar ik zeg het om vriendelijk te zijn – en om na het compliment zo snel mogelijk weg te glippen.

Dit pakt anders uit. Meen ik dat, vraagt de man? En dat kan ik bevestigen: ik meen het. Ik voeg er aan toe dat ik al vele begraafplaatsen in Arizona heb bezocht en dat me hier meteen opviel hoe mooi alles er bij ligt.
Wat geweldig dat ik dat zeg, reageert Robert (het duurt niet lang of we wisselen namen uit). Want dat zegt nou niemand ooit tegen hem. Terwijl hij elke dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds hard werkt met slechts twee (of was het drie?) medewerkers.
Dan: wil ik dat tegen zijn baas gaan zeggen. Daar is het kantoor.

Dit zijn de horror momenten die bijna zo erg zijn als: weg jij, met dat fototoestel.
Ik dúrf dat soort dingen niet, ik kán ze niet. Maar wat te doen behalve hard weglopen naar mijn auto wat wel zeer bijzonder slap zou zijn.
Dus beloof ik dat ik het zal doen. Nadat ik eerst wat heb rondgelopen en foto’s heb gemaakt.

Dat doe ik en dan zit er niets anders op. Ik open de zware houten deur van het kantoor en achter een balie zitten drie serieus kijkende vrouwen in het zwart. Ik zeg dat ik ‘just a visitor’ ben en stel eerst een vraag. Mij is opgevallen dat er een apart stukje begraafplaats is voor Joden, zijn mensen met andere geloven ook apart begraven?
Dan: dat ik graag even wil zeggen dat de begraafplaats zo ontzettend goed is onderhouden. Dat me dat is opgevallen en dat ik dat echt even kwijt wil. Na de derde keer belooft een van de vrouwen me dat ze het zal doorgeven aan ‘upstairs’.

En: heb ik nog tijd? Want er is ook een mausoleum, daar kan ik ook mooie foto’s maken!
Zeker heb ik tijd. En ik maak er foto’s.

Wanneer ik wegga zie ik Robert weer. Ben ik binnen geweest? Heb ik het gezegd?
Ik heb het gezegd. Hij grijpt mijn rechterhand met beide handen. Tranen in de ogen.
Ik beloof dat ik in september terugkom, want ik heb nog niet eens de helft van de begraafplaats gezien.
Ik ben benieuwd of hij me dan zal herkennen. Ik denk van niet.
Maar zolang het duurde was dit een mooie ontmoeting.

Over deze begraafplaats weet ik als feiten dat O.C. Johnson in 1907 het mortuarium heeft geopend en dat tot een aantal jaren geleden de oude begraafplaats er ook bij hoorde. Nu niet meer en dat is te zien (maar daarover later).

Laat wat van je horen

*