Palm Mortuary Memorial Park in Henderson, voorstad van Las Vegas, bezoek ik op 28 september 2010.
Ik ben op weg naar mijn motel in Boulder City waar ik mijn vriendin Karen verwacht aan te treffen. Ik loop hier rond met de gedachte dat ik er terug zal komen. Een paar uur later hoor ik dat Karen dood is en daarna besef ik dat ik nooit meer zal terugkeren naar Las Vegas en dus ook niet naar deze begraafplaats.
Ik rijd naar het achterste deel van de begraafplaats.
Omdat vooraan allemaal platte stenen zijn en ik achterin staande stenen zie. Die me meestal meer inspireren.
Vanuit de gedachte dat ik zal terugkeren kies ik voor een systematische aanpak: nu dit ene veld, volgend keer het volgende.
Ik word verstoord.
Eerst door een man die op enkele tientallen meters een graf schoon maakt. Liefdevol.
Ik wil niet dat hij ziet dat ik grafstenen fotografeer. Ik ben bang dat hij er boos om wordt.
Later zie ik een man naar een steen toelopen. Doelgericht. Snel.
Hij knielt op 1 knie. Legt zijn hand op de steen. Ik vermoed dat hij bidt. Gedachten zendt.
Hij is, schat ik, in de vijftig.
Een simpel gebaar, dat knielen. Die hand op die steen. Ogen neergeslagen.
Ik heb het gevoel dat ik alleen al door het waar te nemen inbreek in een ongelooflijk privé moment.
Wat heb ik hier te zoeken.
Alsof het niet nog erger kan, komen er dan opeens ook mensen.
Bij een muur met urnen (denk ik – ben nooit helemaal zeker van wat er in de muren wordt geplaatst).
Een begrafenis.
Ik neem toch nog wat foto’s.
Zie dan de steen van de jongen die 7 is geworden. Eerst een vlotte knul met stekeltjeshaar. Dan een nog steeds leuke knul met een kaal kankerhoofd.
Dan heb ik het wel gezien/gehad op deze begraafplaats.
Ik denk: een ander keer méér.
Geen idee natuurlijk dat ik een uur later zal horen dat Karen dood is aan kanker.
Laat wat van je horen