Pet Cemetery

Sinds 1953 heeft Boulder City een pet cemetery ergens in de woestijn.
De cemetery is ‘niet officieel’ (dit itt de wél officiële dierenbegraafplaats in noord Las Vegas).
Er is geen adres en velen gingen mij voor in vruchteloze zoektochten.

Haunted
De begraafplaats zou ‘haunted’ zijn.
Wie er in de nacht ronddwaalt kan, indien zij aardig wordt gevonden, worden gevolgd door een witte kat.

Op een forum van mensen die in het paranormale geloven vraag ik of ik de locatie mag weten.
Dat mag – als ik beloof die niet verder te vertellen.
Waarna iemand me een vaag plaatje van Google Earth stuurt waarmee ik in het najaar van 2012 geen stap verder kom.

ingangBoek
Dit keer heb ik het, denk ik, slimmer aangepakt.
Ik vind online een boek over deze begraafplaats. In eigen beheer uitgegeven.
Véél te duur (€ 32) om aan te schaffen voor 80 pagina’s vooral foto’s.
Maar op de kaft staan de coördinaten dus denk ik: bingo!
Of de schrijfster het met opzet heeft gedaan weet ik niet: maar die coördinaten leiden naar een plek twee uur verderop.

Graven
Op 8 mei 2013 vind ik de begraafplaats.
Stomtoevallig.
Ik rijd er langs op de snelweg en ik zie in de verte de graven liggen.

Voor de ingang staat een witte auto geparkeerd.
Een andere bezoeker? Ik zie niemand lopen.

Het eerste deel van de begraafplaats is grotendeels vervallen.
De enkele steen die wel leesbaar is laat zien dat dit het begin van de begraafplaats moet zijn – jaren ’50.

alg

Er zijn mooie stenen bij. Net zo mooi als je vaak op lawn cemeteries ziet.
Knuffels liggen bij enkele graven. Maar veel is ernstig verwaarloosd.
Ik denk: ik zal de begraafplaats (er liggen hier echt vele honderden dieren) op Find a Grave zetten.

Ongemakkelijk
Intussen voel ik me ongemakkelijk.
Ik denk door de witte auto. Want in het zand zijn recente voetafdrukken van een mannenvoet.
Waar is die man?
Misschien toch maar na een half uurtje teruggaan? En later deze week nog een keer?

alg1

Dan steekt opeens een harde wind op.
Hij ‘grijpt’ me, maakt een kleine tornado en gaat even abrupt weer liggen.

Coördinaten
Wat gebeurt hier?
Ik loop terug. Registreer nog wel de juiste coördinaten.
Maar denk: misschien beter niet op FaG zetten.
Niet dat ik in geesten geloof.

alg2

Terug in de motelkamer google ik dit pet cemetery.
Deze bezoeker zag orbs op de foto’s.
Ik bekijk mijn foto’s.
Geen orb te bekennen (gotzijdank).
Hij zegt ook: “To keep it the special place that it is, we are not going to reveal it’s exact location, except perhaps to those who make special requests.”

alg3

Goed idee.
De juiste coördinaten houd ik voor mezelf, op Find a Grave zet ik *niets*.
Nu nog eens proberen en kijken of het er prettiger ‘voelt’.
Waarbij de afwezigheid van een witte auto en mannenvoetstappen ook zal helpen.

Geheim
Twee dagen later ga ik terug.
Ik leg uit dat ik het geheim zal bewaren.
De begraafplaats gelooft me en nodigt me uit verder te komen.
Dat doe ik maar zelfs na nog twee uur rondlopen heb ik amper de helft gezien.

alg5

Steeds duiken er grote lizards op.
Echt grote. Wel een halve meter.
Met stevige lijfjes.
Ze zijn niet bang en ik mag ze fotograferen.

Ik stel me voor dat zij mijn equivalent van de witte kat zijn.
Dat is een fijne gedachte.

lizard

Boulder City Cemetery

Mijn bezoek aan Boulder City Cemetery kan niet worden los gezien van mijn privé-emoties.
Ik pleeg die hier niet breed uit te meten maar kan er nu niet omheen.

Op 29 september 2010 check ik in bij mijn motel in Boulder City waar ik al meer dan tien jaar kom en waar ik een goed contact heb met receptioniste Karen. We zijn bevriend. Sort of. Ik verheug me erop haar terug te zien. Ik kocht kadootjes.
Achter de balie zit een andere vrouw. Karen is een paar maanden geleden overleden. Kanker.
Het grijpt me meer aan dan ik zelf had gedacht. Als een radeloos en redeloos persoon dool ik over de begraafplaats van Boulder City, op zoek naar haar graf.
Wat nergens op slaat. Ik weet niet eens of ze hier is begraven.

Het gras staat er hoog. Zo hoog dat ik eerst denk dat er helemaal geen graven zijn. Die zijn er wel.
Om iets te dóen maak ik wat foto’s. Niet veel. Een stuk of 10-15.
Ik blijk ze blijna allemaal kwijt te kunnen op Find a Grave want dit cemetery is slechts deels in kaart gebracht.
Weinig namen, amper foto’s.

Zelf neem ik me de twee dagen die ik hierna nog in Boulder City ben (ik had voor drie dagen gereserveerd) voor het bord te fotograferen. Om dit stukje compleet te maken.
Ik rijd er zelfs een aantal keren langs maar breng het niet op.

Hieronder wat foto’s.

 

 

Southern Nevada Veterans Memorial Cemetery

Vandaag overkomt het me.
Ik dwaal over Southern Nevada Veterans Memorial Cemetery in Boulder City.
Wat me vooral opvalt is dat de begraafplaats op tijdstip is ‘geordend’. De dagen van overlijden volgen elkaar naast elkaar op.

Dit moet een makkelijk op Find a Grave in kaart te brengen, denk ik net wanneer een man in een karretje me vraagt wat ik doe.
Rondkijken en wat foto’s maken. Ik zoek niet een speciaal iemand. Maw: ik hoef geen hulp.
En wat zegt de man: ik mag geen foto’s maken. Ik (oprecht verbaasd, omdat ik totnutoe alleen vriendelijk ben benaderd en me juist hulp is geboden): mag dat niet?! Hij: I believe it is not allowed.
Dan zal ik het niet doen, zeg ik, de principiele discussie niet aandurvend. Mag rondkijken wel? Dat mag.

Dus kijk ik rond. En ik *kan* het niet laten maar maak toch een paar foto’s. Stiekem, vanuit de heup.
Wanneer de man in het karretje opnieuw passeert, duidelijk om mij in de gaten te houden, geef ik op.
Ik ben blij dat ik toen ik aankwam direct het bord bij de ingang heb gefotografeerd. Dat zou ik nu niet meer hebben gedurfd.

Het is trouwens een erg mooie, indrukwekkende begraafplaats.
Al die vele duizenden veteranen uit al die vele oorlogen.
Vrijwel identieke stenen in rijen naast elkaar. Met maar enkele bloemstukken.
Zelfs zonder camera was het genieten.

Graven

Bij de meeste begraafplaatsen die ik bezoek denk ik: hier kom ik nog wel eens. Omdat ik dat echt wil (en ze op mijn route liggen) of omdat ik dat misschien niet per se *wil* maar ze in elk geval op mijn route liggen. Dus mocht ik me bedenken, dan kan ik ernaar terug.
Waarbij het zo kan zijn dat ik mijn aanvankelijke indruk bijstel. Een ‘gaat wel’-begraafplaats kan me opeens betoveren.
Een ‘mooi’ kan een tweede of derde keer ‘wonderbaarlijk mooi’ blijken te zijn.
Tegenvallen kan natuurlijk ook – maar dat is me nog niet overkomen.

Toen ik de tweede keer naar de Southern Nevada Veterans Memorial Cemetery ging, wist ik al dat het de laatste keer zou zijn.
Omdat ik geen reden meer heb om terug te keren naar Boulder City nu mijn vriendin Karen is overleden.

Dit is een grote begraafplaats. Met veel velden met naast elkaar gelegen stenen. En een enkele muur met urnen.
Ik ga er op 30 september 2010 met mijlslaarzen doorheen. Auto staat geparkeerd bij de ingang, ik wandel naar het eerste veld rechts. Zie daar dat bomen een ‘In Memory Of’ hebben (wat ik mooi vind) en dat er bij veel graven dennenappels van die bomen zijn neergelegd.
Bij enkele graven (erg weinig) liggen bloemen. Kunstbloemen, die echt een eeuwig leven lijken te hebben. En echte bloemen die met deze hitte (ook hier is het meer dan 40 graden) al na een dag tragisch zijn verwelkt.

Willekeurig fotografeer ik wat graven – dan nog niet wetend dat fotograferen me later zal worden verboden.
Stomtoevallig zit er ook een ‘beroemd’ graf bij (van een governor die ik niet ken maar die natuurlijk wel Iemand is).

Ontroerend vind ik het net gegraven graf met het kaartje waar de grafsteen nog moet komen. En het andere kaartje met verse bloemen.
Is daar al iemand begraven? Ik vermoed van wel. De aarde met graszoden pleegt in Amerika erg snel een graf te doen begroeien, is me opgevallen.
Ook ontroerend: de urnenmuur, nog niet vol maar onderin dat open deurtje.

   
 

Die ligt aan de rand van de begraafplaats waarna ik me zwetend terugzwoeg naar mijn auto, in de gaten gehouden door de man die me het fotograferen verbood.

In al zijn eenvoud, in al zijn op elkaar lijkende graven met slechts een enkel onderscheidend woord op een grafsteen, een zeldzame gift op een graf vind ik dit een indrukwekkende begraafplaats.
Waarbij ik me nog niet eens heb verdiept in waarom mensen die ooit in militaire dienst zijn geweest wel of juist niet op zo’n plek willen worden begraven.