Gevonden

Wanneer ik in Yuma ben ga ik naar Terrace Park Cemetery in Holtville, CA.
Op het Potter’s Field fotografeer ik stenen van John Does (meest illegalen die de tocht naar het beloofde land Amerika niet hebben overleefd) en mensen die zo arm waren dat ze gratis moesten worden begraven.

(Bak)steen-na-(bak)steen. En dan die mensen invoeren in Find a Grave.
Soms alleen een achternaam en dan ook nog vaak een zeer algemene zoals Smith of Vasquez. Ik kan me niet voorstellen dat ooit iemand op die manier een ver familielid opspoort en terugvindt.
Maar je weet nooit.

Gisteren krijg ik een mail van een man die zocht naar zijn tante.
“My aunt was lost for years until I found her grave in Holtville.
I want to thank you for helping me find her grave. I’m going to visit it in 2 weeks. I’m in Yuma for the winter and will be going back to Montana, where I live, my wife and I will stop and pay our respects.

Ineda was living in El Centro and I couldn’t find her before now.”

Volgende maand dus opnieuw naar Holtville en ook meer fotograferen op het Potter’s Field van El Centro.

Gevonden

Achteraan, tegen de bosjes, ligt op rij 2 graf 40.
Op het Potter’s Field van Terrace Park Cemetery in Holtville, Californië.

Het is het graf van Lloyd Henegar.
Een baksteen met zijn naam erin gegrift. Tussen de vele John Does en (vooral) mensen met Spaanse namen.
Ik fotografeer het in het voorjaar van 2011 en maak er in september op Find a Grave een memorial voor.

Familie kan op Find a Grave vragen om een ’transfer’ van een Memorial.
Ze kunnen het dan zelf verder optuigen zonder steeds aan de maker te vragen of die er nog wat informatie op wil zetten.

Ik heb intussen 2500 memorials gemaakt en ik heb er twaalf overgedragen.
Geen ervan lag op een Potter’s Field – tot een paar weken geleden iemand vraagt om Lloyd Henegar.

Ik draag hem over en van een steen wordt hij een mens.
Met een tweede voornaam. Lloyd blijkt ‘Jr’ te zijn.
Hij is geboren in 1951 in Tennessee en gestorven in 1997 in Imperial.
Hij moet érg arm zijn geweest dat ze hem hier hebben begraven en niet op Memory Gardens in Imperial zelf.

De familie komt uit Duitsland, mailt mij zijn familielid. Daar heetten ze Heneger, wat eenmaal in Amerika is veranderd in HenegAr.
Een deel is zoek geraakt tijdens de Civil War, de meesten werkten als arbeiders in Alabama en Georgia.
Deze Lloyd Henegar heeft acht broers en zusters, vier ex-vrouwen en vier kinderen.
Tot nu toe: onvindbaar. Net als zijn ouders.
Des te bijzonderder dat hij – door mij! – is gevonden.

Daar doe ik het dus voor.
Anderhalf uur staan stoven in de brandende zon, klik-klak, stap opzij, klik-klak, stap opzij, klik-klak.
En dan invoeren, 1 voor 1. De saaie stenen, vage namen.
99 van de 100x zinloos – omdat niemand zal zoeken en dus ook niet vinden.
Tot nu Lloyd Henegar.

In mei 2012 ga ik terug naar deze begraafplaats.
Ik zal bloemen meenemen voor Lloyd.

Meedoen met FaG

Op Find a Grave plaatsen mensen informatie over graven.
Namen met geboorte- en sterfdatum. Foto’s van de grafstenen. Soms een overlijdensbericht. Soms achtergrondinformatie over de dode.

Het doel is: zoveel mogelijk informatie vinden en ter beschikking stellen van wie die zoekt.
Een doel wórdt soms: scoren. Dus zoveel mogelijk graven toevoegen, desnoods zonder overledene.
FaG ontmoedigt bv het vermelden van grafstenen waarbij de echtgenoot nog geen sterfdatum heeft maar veel mensen doen het toch omdat ze zo die dode vast kunnen claimen. Er zijn zelfs mensen die ingevoerde graven kopiëren en nog eens als zgn zelfgevonden invoeren.

Toen ik met FaG begon, wist ik dit allemaal niet. Ik dacht: een warme groep gelijkgezinden.
Intussen heb ik ook de scoorders meegemaakt. Een paar weken geleden nog. Ik vind zo’n graf waarvan intussen de al geclaimde is overleden. Ik mail de claimster dat ik het graf heb bezocht en geef haar de sterfdatum door, zodat ze haar memorial kan verbeteren. En voeg eraan toe dat ik een foto heb gemaakt maar dat het ivm mijn vakantie twee weken zal duren voor ik die kan publiceren. Reactie: “Ik ga binnenkort zelf wel voor een foto.” O. Nou, dan niet.

Het ergste is, dat het scoorvirus besmettelijk is.
Zo betrapte ik me erop dat ik soms blij werd om een vers (2010) graf.
Die had vast nog niemand te pakken, hoera, die kon ik claimen.
Ziek-ziek-ziek.

Iets anders dat me van mezelf tegenvalt: ik vind het wel leuk om per begraafplaats wat eigen memorials toe te voegen maar wanneer het er vele tientallen blijken te zijn omdat deze *niet* door een vlijtige andere claimster vrijwel helemaal in kaart is gebracht, denk ik na een tijdje ‘nu is het wel mooi geweest’. En wil ik het daarbij laten.
Terwijl ik wél als streven heb zoveel mogelijk John Does een plaats op internet te geven. Maar al die mensen met wél een naam en een grafsteen dus niet omdat het zoveel werk kost.
Waarmee ik misschien nog nét niet zo slecht ben als al die écht creepy scoorders maar erg veel beter ook weer niet.
(Je begrijpt dat hier het goede voornemen volgt dat ik degenen van wier graven ik foto’s heb wél op FaG zal invoeren ook al kost het veel tijd)

What happens in Vegas

Wat ik erg graag wil zien zijn mooie, grote begraafplaatsen met imposante beelden. Engelen bijvoorbeeld. Grote, majestueuze engelen. Alles erop en eraan.

Het wordt me al snel duidelijk dat ik die in en om Kingman en Yuma niet ga vinden.
Las Vegas ligt op twee uur rijden van Kingman. Daar moet het lukken, denk ik.
Er zijn erg veel begraafplaatsen en ik ben er maar twee dagen.
De afstanden zijn enorm. Wat ik aan indrukken kan bevatten is beperkt.
Ik moet dus kiezen.

Dus voer ik in google iets in als ‘wat zijn de mooiste begraafplaatsen van Las Vegas (als je maar beperkte tijd hebt)’.
Ik stuit op een advies uit de FaG-forums van een jaar geleden (kan url nu even niet meer terugvinden).
De FaG-man van Vegas adviseert: “Woodlawn is a very large cemetery, with possibly as many as 20,000 or more interments. However, the cemetery is somewhat unsafe even during the day, and definitely dangerous in the early evening. This is because Woodlawn sits directly across from the city’s Skid Row. The homeless are the least of your worries; there are drug addicts hanging about and even living in the cemetery. You will also encounter the mentally ill (we’re talking schizophrenics and serious bi-polars) and they will approach you and try to engage you. There is no security staff present; as a consequence, drug deals are done out in the open towards the back of the cemetery.”

Wat raadt hij aan? “Bunkers Memory Gardens – If you don’t mind the drive, this scenic cemetery is the one to visit. The cemetery is well maintained and even the older markers and headstones photograph well.”

Op de terugweg van Craig Road Pet Cemetery rijd ik daar even langs (het is in de buurt).
Scenic en mooie foto’s: ik stel me op z’n minst mooie bomen en heggen en doorkijkjes en mos en beelden voor.
Het blijkt een heel gewone begraafplaats. Deels platte stenen, deels niet-versierde staande.

Zou Woodlawn hebben geboden wat ik zocht?
Geen idee.
Ik zal er in elk geval niet achter komen want dit was mijn laatste keer Vegas.
Grote steden en ik combineren niet goed.

Voorbereiding

Vele uren, nee: dagen ben ik bezig geweest met het voorbereiden van deze reis mbt de begraafplaatsen die ik wou bezoeken.
Ik checkte op Find a Grave en via google op alle mogelijke websites met informatie over waar begraafplaatsen waren, hoe ze eruit zagen en hoe er te komen.

Pico bello voorbereid ga ik op 8 september (dag na de vliegreis) op pad.
Ik tik in de NeverLost (de TomTom van Hertz) de plaats Liberty in en wil de straatnaam toevoegen maar daar doet de NeverLost bij kleine steden niet aan: ‘city center’ is z’n enige optie.

Zulke tegenslagen krijg ik vaker.
Zodat ik regelmatig mn kleinere begraafplaatsen niet vind of pas na veel moeite of erg veel geluk.

Gisteren zit ik iets op te zoeken. Weet niet eens meer precies wat.
En ik stuit op de website van Arizona Pioneer & Cemetery Research Project.
Zo mooi, zo volledig. Niet alleen mbt waar iets ligt en hoe er te komen (basisinfo). Maar al die achtergronden! Over de voormalige stadjes, over de doden. Waar mogelijk gehaald uit kranten van een eeuw geleden. Of uit gesprekken met de bibliothecaresse (zoals in Chloride).

Geweldige verhalen zijn het. Waardoor inderdaad ‘het verleden gaat leven’.
Vanaf nu zal ik zelf die verhalen waar mogelijk gaan gebruiken. Uiteraard met bronvermelding.
Wat ik niet iedereen op Find a Grave zie doen, moet ik tot mijn teleurstelling vaststellen.

Soms toevoegen (en soms liever niet)

Op reis fotografeer ik graven.

Wanneer een graf nog niet door iemand anders is vermeld, voer ik het in bij Find a Grave.
De begraafplaats van Kingman is al erg goed geïndexeerd door twee vrouwen. Wat ik soms nog te bieden heb, is een mooie(re) foto. Een van de vrouwen pleegt nl alleen de inscriptie te fotograferen. De ander vat het begrip ‘graf’ wat ruimer op maar zij bezocht de begraafplaats alweer een aantal jaren geleden.
Zelf fotografeer ik bij voorkeur de hele plek. Dat verdienen de mensen die het graf bijhouden ook. Met al hun frutsels en bloemen en tekstjes. Soms wordt een kaal graf in een paar jaar een volle, goed onderhouden plek. Soms verandert het beeld: andere bloemen, andere beeldjes.
Zo heb ik gisteren en vanochtend een kleine 100 foto’s bijgedragen. Ter verfraaiing. Dit is een voorbeeld van dat laatste.

Sommige graven waren kaal (alleen een tekst, geen artikelen erbij) en blijven kaal.
Daar valt door mij weinig aan toe te voegen.
Een graf was toen de vorige fotografe de foto nam zo te zien net aangelegd (kijk naar het gras). Het lag er goed bij.
Wanneer ik de foto’s die ik dit voorjaar nam ernaast leg, schrik ik.
In zo’n geval voeg ik mijn eigen foto’s dus niet toe.

 

Onbekenden

Vandaag inventariseer ik de foto’s die ik nam op de begraafplaats van Parker, Arizona.
Intrigerende graven zijn erbij.
Jong gestorven kinderen, stoere jongens dood begin twintig, mooie oude mensen (er staan veel foto’s op de graven).
Niet alleen Smith, ook veel Gonzalez en Jimenez.

Ik hoop van veel van deze mensen een leven te kunnen achterhalen maar dat lukt me  slechts bij 1.
Tientallen mensen, deels begraven in de laatste vijf jaar maar velen ook ver daarvoor, hebben nog geen vermelding op Find a Grave. En ik kan ze ook niet traceren via google.

Ik neem me voor iedereen die ik heb gevonden en die nog niet bij Find a Grave is opgenomen daar een plaats te geven.
Met naam, data en foto van het graf.
Meer kan ik niet voor ze doen en hopelijk zal iemand anders ooit naar ze zoeken en toevoegen wie ze waren. Hoe lief, leuk, interessant, goeie vriend(in), goeie moeder/vader, harde werker, altijd bereid tot vrijwilligerswerk. En hoe verdrietig de achterblijvers waren toen ze dood gingen.

Ik tel ze. Tweeënveertig.
Wat een klus.
Eigenlijk heb ik hier helemaal geen zin in. Eigenlijk wil ik lekker knutselen aan mijn éigen cemetery site.
Af en toe een foto toevoegen aan een al bestaande vermelding is 1 ding, maar 42 echte vermeldingen?

Niet zeuren, schouders eronder.
Het is het minste dat ik kan doen voor de doden die me toestaan dat ik tussen ze rondloop, foto’s van ze neem en fantaseer over wie ze waren.

Doris en Anguela – jullie zijn de eersten.
Het ga jullie goed in cyberspace.

Lost Souls

Ik heb het gedaan, zelf een Virtual Cemetery gemaakt op Find a Grave.

As a Find A Grave contributor, you can build Virtual Cemeteries to group listings in whatever way you would like. For example, you might make a ‘Smith Family Virtual Cemetery’ where you would place all of the members of your Smith family tree. Other examples: ‘My Favorite Actors’ or ‘Memorials I Visit Often’.

Op Parker Cemetery fotografeerde ik vijf graven van Jane en John Does die door niemand anders op Find a Grave waren vermeld.
Soms gebeurt dat wél: dat iemand heel consciëntieus álle graven afloopt met een notitieblokje. Ook de JD’s halen dan de lijst (maar zelden met foto).
Deze vijf voegde ik eerst toe aan Parker Cemetery op Find a Grave en bracht ze toen samen in een virtueel kerkhof.
(Ik zet er meteen in gedachten een mooie, rk kerk bij, met een Mariabeeld en vooruit: een groot kruis)

Lost Souls noem ik mijn kerkhof.

Er is nog een Jane en John Does virtual cemetery (dat ik al eerder noemde).
De maker daarvan heeft twaalf virtuele begraafplaatsen. Een van mensen die op dezelfde dag (29 oktober) zijn geboren. Een ‘gone too soon’ . Een voor katten.
Want Find a Grave zegt nog net niet ‘pets are people too’ maar wel dat aangezien we er veel van kunnen houden we ze ook heel erg kunnen missen wanneer ze dood zijn.
Wie en wat wordt gemist, mag worden herdacht.
Ook met een virtuele begraafplaats.

Community

Ik heb zoveel foto’s van de begraafplaats Chloride in de woestijn van Arizona dat ik moeite heb met kiezen wat ik zal laten zien.
Na een zeer ‘doorhakkendieknoop’-selectie kom ik bij de graven die ik ‘Opvallend’ vond.
Gewoonlijk zet ik die bij elkaar. Enkele per begraafplaats.
In Chloride zijn het er te veel dus ik begin eerst maar eens aan de eerste en als ik daar meer dan de eigen kiekjes van kan tonen zie ik wel wat er verder nog aan toegevoegd wordt.

Kijk even hier.
En als je geen zin hebt om te klikken (jammer, hoor!): ik vond daar informatie via Find a Grave die ik via google niet kon vinden.
Ook zag ik dat anderen hetzelfde graf al hadden gefotografeerd voor deze site (maar wel ánders).
Dus dacht ik: daar kan ik wel wat foto’s aan toevoegen.
Alleen kreeg ik na 1 de melding dat het maximale aantal foto’s voor een gratis Memorial voor iemand nu (met 5) óp was.

Als ik wil dat George Paul Jones niet 5 maar wel 20 foto’s krijgt, hoef ik alleen maar 5 dollar over te maken.
Zoveel héb ik ook weer niet met ‘G.P.’ dus dan maar niet meer foto’s.

Wel vind ik het erg spannend nu deel uit te maken van een community die iets heeft met graven.
Wie weet waartoe dit nog leidt.