Het armenveld

Yuma Cemetery bestaat uit veel velden met veel vergane graven, een kleiner aantal gekoesterde graven en niet erg veel nieuwe graven.

De oude graven op de begraafplaats worden in kaart gebracht en toegevoegd aan Find a Grave door enkele mensen (vooral vrouwen) die willen voorkomen dat herinneringen verloren gaan.
Samantha ploegt langs de vaak slecht leesbare stenen en maakt foto’s.
Marilyn raadpleegt oude documenten. Anderen, zoals ikzelf, doen af en toe iets als dat in hun planning past.

Je hebt ook krantenknippers die uit de krant de overlijdensberichten (‘obituaries’) halen die in Amerika niet slechts advertenties zijn maar hele verhalen over hoe bijzonder iemand was, wie haar of hem voorgingen en wie achterblijven.
Dankzij internet hoeven de knippers tegenwoordig niet eens meer te knippen, ze copy and pasten.
Vaak al een dag nadat de persoon is overleden en nog voordat het graf daadwerkelijk is gedolven.
Die obituaries worden voor de krant geschreven door de familie of door de begrafenisondernemer.

Er is een veld waarvoor vrijwel niemand belangstelling heeft.
Dat is het meest recente armenveld. De ‘oudste’ doden zijn van 2001.
Hier worden op kosten van de County begraven die zich geen betaald graf kunnen veroorloven: armen met een naam en ‘unidentified skeletal remains’ – wat nog erger klinkt dan ‘John Doe’.

Ik ga er altijd even kijken. Dat doe ik ook op 24 oktober 2012.
Er zijn ongeveer twintig nieuwe graven bijgekomen sinds ik er de laatste keer was.
De meeste graven zijn sober: alleen de steen.
Eén is overdadig versierd. Eén nieuw graf heeft een omheining. Een ander is bedekt met witte stenen.

  

Ik vraag me af hoeveel mág wanneer je als armlastige op kosten van de gemeenschap wordt begraven en je nabestaanden dan je graf extra optuigen met meer dan een bloemetje of een beeldje.

Ik loop het hele veld langs.
Er lijkt verder weinig veranderd. Waar graven een enkele engel hadden, hebben ze die nog steeds. Een graf met veel kunstbloemen heeft ze ook nog – dezélfde.
Eén graf, waarvan de letters waren weggesleten, is bijgewerkt.

Helemaal op de achterste rij zie ik dit.
Een grafsteen met een koesterend jack. Dat was er nog niet toen ik hier een jaar geleden rondliep.
De steen is voor John Corona (1946-2001) over wie ik verder niets kan vinden.
Dat hij geen obituary heeft verbaast me niet.
Dat heeft vrijwel niemand van de hier begravenen.

Maar dat jack, dat is lief.
Daar heb je wat aan in de koude nachten. Misschien wel meer dan aan een engeltje.