Memorial Day

Op Memorial Day 2011 rijd ik van Kingman naar Yuma. Onderweg doe ik Parker Cemetery aan. Ik wil zien hoe het arme deel achterin erbij ligt. En verheug me ook op de vlaggetjes in het mooie deel. Altijd een feestelijk gezicht.

Het is razend druk. Niet met mensen die hun doden bij een eigen steen gedenken maar met feestvierders. Twee tribunes staan klaar. Een Mexicaans uitziende man (sombrero, gitaar) staat bij een geluidsinstallatie. Auto’s rijden aan en aan. Parkerend naast het arme deel. Want de parkeerplaatsen elders zijn al vol.

De arme begraafplaats lijkt iets opgeknapt. Een aantal verse (maar naamloze) kruisen. Terwijl ik rondloop komt een man aanhollen. Hij plaatst twee vlaggetjes. Een bij een steen waarop staat dat de man in een oorlog heeft gevochten. De ander bij het naamloze kruis ernaast. Ook een soldaat? Zou hij blij zijn met die ene vlag 1x per jaar. En waarom krijgt het 2e naamloze kruis in hetzelfde rijtje niets?
Ik laat er een pebbel bij achter en vertrek. Via een achteruitgang/sluipweg. Want het feest staat nu echt op het punt van uitbarsten.

Quartzsite
Quartzsite cemetery is geheel verlaten. Ik ben de enige bezoeker. Maar iemand ging me voor. Met identieke vlaggetjes en rode glitterkransjes. Voor graven waarop staat dat mensen in oorlogen hebben gevochten. En voor een aantal graven van pioniers. Vochten die ook in oorlogen? Of wordt hun hele leven als ‘oorlog’ (=strijd om het bestaan) beschouwd?
Toch niet, dat laatste, denk ik. Want niet *alle* verder erg primitieve graven (sommige zelfs zonder naam) kregen een vlag.
Misschien streden ze toch in WO I?

Yuma Cemetery
Er is nog 1 begraafplaats waar ik vlaggetjes wil zien. Yuma Cemetery.
De vlaggetjes zijn uitgedeeld en waar nodig ook kruisen, lees ik in de Yuma Sun. Ze worden geplaatst door Sons of the American Legion and American Legion Auxiliary Unit 19 (SAL) – al meer dan 40 jaar. Deze week misten ze ruim 100 kruisen. Die bleken vorig jaar te zijn weggehaald door een andere zorgzame groep. Om vernieling te voorkomen. Nu hebben ze ze terug. En hebben ze ze geplaatst.

Op goed geluk bezoek ik vandaag een paar secties van de begraafplaats. Masonic. Het allerarmste county deel. En -met de auto- de Catholic Section.

Ik zie vlaggetjes maar niet erg veel. Ook hier staan ze bij enkele graven zonder naam of oude stenen waarop niets staat vermeld over het zijn van oorlogsveteraan. Het lijkt wel of deze vrijwilligers beter zijn geinformeerd over wie er op Yuma County is begraven dan de stad zelf (van veel mensen hoorde ik al dat ze daar hierover weinig weten).

Catholic Section wil ik ook nog bezoeken. Geweldig: iemand heeft een vlaggetje bevestigd in de hand van een zegenende Jezus. Het wappert in de wind. Alsof Jezus er boven een graf mee staat te zwaaien.
Misschien heel letterlijk bedoeld: Godd bless the USA?

Jane en John Does en John Hare

Parker Cemetery was de eerste begraafplaats waar ik stenen zag voor John Doe en Jane Doe.
Ze troffen me zo dat ik me tot taak stelde zoveel mogelijk John en Jane Does een plaats te geven op Find a Grave, waar ik een Virtual Cemetery oprichtte voor diegenen die nog niet door anderen waren gevonden.
De meeste vond ik tot nu toe op Yuma Cemetery – waar ik er vast nog veel meer zal vinden wanneer ik die begraafplaats vaker bezoek.

Dit waren mijn eerste Does. Gevonden op Parker Cemetery.

 
 

Op 4 oktober 2010 bezoek ik deze begraafplaats opnieuw.
Nu bekijk ik vooral het oude, arme deel dat The Garden of Hope heet. Met erg veel vervallen graven, afgebroken kruisen, onleesbare stenen. Graven zonder stenen.
Zeer goed mogelijk dat een deel ervan Jane en John Does betreft. Maar ik vind maar twee graven die als zodanig te herkennen zijn.
Er zijn er meer op deze cemetery, want er staan er meer op Find a Grave. In The Garden of Tranquility, tegenover The Garden of Hope. Die bezocht ik nog niet.

Dit zijn de graven die ik zag in The Garden of Hope.

 

Omdat ik graag het graf van mijn eerste Jane Doe wou bezoeken liep ik naar het deel van de begraafplaats direct achter de ingang waar het moest liggen.
Ik begrijp er niets van, maar ik vind haar niet. Het zal aan mij liggen, te lang al aan het dwalen, te warm.

Wat ik wel vind: deze steen. Ik vermoed dat de man als onbekende is begraven en later toch is geïdentificeerd. Hoe? Geen idee.
En wat ik ook niet begrijp is dat hij dan een steen krijgt met zijn echte naam en een ‘aka’ John Doe.
Alsof er anders verwarring zou ontstaan omdat iemand op zoek zou zijn naar John Doe #128 en dat graf dan niet zou kunnen vinden omdat de onbekende intussen een naam heeft.

Graven Garden of Hope en 1 cherubijn van de overkant

 

 
 
 

Kruisen

 
 

 
 

 
 

Los

De Garden of Hope van Parker Cemetery wordt niet onderhouden en is ‘slordig’.
Het leidt tot graven die er treurig uitzien, helemaal vervallen.
Het leidt ook tot ornamenten zomaar los in het zand.
Ooit hoorden ze bij een graf, nu is zelfs als je je best doet niet meer te achterhalen bij wélk dan.

Ik heb er niet speciaal naar gezocht.
Deze foto’s zaten toevallig in de verzameling.
Vooral het engeltje vind ik erg mooi.
Ik heb overwogen het rechtop te zetten.
Maar volgens mij hoort het zo.

 
 

Het spoor terug: Vallance Galen Arkie

Op de meeste Amerikaanse begraafplaatsen loop ik een uur, soms anderhalf, rond. Heel soms twee.
Ik maak per begraafplaats ongeveer 200 foto’s, soms meer, soms minder. Van in totaal -schat ik- 150 graven.

Wat me raakt valt niet in een paar woorden uit te leggen.
De kindergraven natuurlijk. En de pubers en de jongvolwassenen. Levens letterlijk gebroken voordat de knop een bloem kon worden.
Als het kan probeer ik wat er gebeurd is via google te achterhalen.

Zelden google ik de overleden militairen.
Cynisch misschien maar: sterven in de oorlog is all in the game.

Vandaag doe ik het toch.
Vallance Galen Arkie. Dood op 3-9-1967, net voor zijn 20e verjaardag.
In Vietnam. Vermeld op de Vietnam Veterans Memorial Fund Wall en op Virtual Wall Org – met foto.

Dat is niet alles.
Zijn middelbare school heeft een website waarop iemand vertelt dat ze naar een muur met namen van gevallen soldaten ging en daar zijn naam en die van twee andere in de Vietnam-oorlog gesneuvelden opzocht.
I knew I had to find their names on the ‘wall’ thinking that if I touched their name they would know that I apologize for the hell they had endured. I wanted them to know that we truly care about the Vietnam Veterans even though they weren’t shown the respect they should have been given back then. That part I will never get over as long as I live.
We must always separate the War from the Warrior.

Dit bericht wordt gevonden door een Australiër, Geoff O’Donnell, die haar op 13 september 2010 mailt: “This is probably a bit strange but…I am an Australian and was in Vietnam on leave late last year with my family. I purchased a “dog tag” from a street vendor..VG Arkie who I have since found was killed in March 1967. I have tracked down his military listing, and a memorial at Parker High and your tribute to him on another website (VVMF). I would like to return this tag to his family if that is possible.”
Lees het hele verhaal hier. Of in de Daily Kos.